Nieuws brengen te midden van chaos. Het is allesbehalve een doorsneejob. Op vrijdag 9 januari vertelt Robin Ramaekers meer over zijn leven als oorlogsjournalist tijdens een boeiende lezing. Wij zijn nu al nieuwsgierig, dus gingen we even praten met de man.
Sinds 2013 is Robin Ramaekers voor VTM Nieuws en HLN het gezicht in conflictgebieden over de hele wereld. Zijn loopbaan begon in de week van 11 september 2001 bij de VRT, een moment dat zijn blik op de wereld en zijn carrière voorgoed veranderde.
Dag Robin, kun je jezelf even voorstellen aan onze lezers?
Ik ben Robin Ramaekers en werk als oorlogsjournalist voor VTM Nieuws, HLN en De Morgen. Dat doe ik sinds 2013. Daarvoor werkte ik twaalf jaar bij de VRT, bij het journaal en Ter Zake. Ik werk voltijds als journalist sinds 2001.
Heb je een journalistieke opleiding gevolgd?
Ik heb Germaanse taal- en letterkunde gestudeerd, Engels, Nederlands en literatuur. Ik heb dus wel gestudeerd, maar mijn opleiding had niets met journalistiek te maken. Tegenwoordig bestaan er goede journalistiekopleidingen aan verschillende hogescholen, maar vroeger was dat niet zo. Twintig à dertig jaar geleden bestond zo’n opleiding in België bijna niet. Journalist worden, was dan ook helemaal niet mijn plan. Het is allemaal geleidelijk aan en door een paar toevalligheden zo gelopen.
Tijdens mijn studententijd heb ik samen met een aantal anderen een illegale studentenradio opgericht aan de VUB. Van het ene kwam het andere, en uiteindelijk ben ik via een journalistenexamen in 2001 bij de VRT kunnen beginnen.
Hoe kwam je erbij om oorlogsjournalist te worden?
Toevallig of niet, mijn eerste werkweek als journalist op de VRT was de week van 11 september. Dat was natuurlijk een heel bijzonder moment om te starten, en daar is ongetwijfeld wel een beetje het zaadje geplant van hetgeen ik later, nu dus, zelf ben gaan doen: werken als oorlogsjournalist.
Ik had geen plan en ik heb nog steeds geen plan. Ik ben dat gewoon geworden door de omstandigheden.
Je rolt een beetje van het ene in het andere en zo ben ik toevallig journalist geworden. Ik ben dan ook weer toevallig meer en meer in aanraking gekomen met buitenlandjournalistiek, conflicten en stelselmatig ook meer en meer met oorlogssituaties. En dan ben ik, ondertussen twaalf jaar geleden, bij VTM Nieuws komen werken. Dat is eigenlijk allemaal een beetje vanzelf gegaan.
Heb je soms nachtmerries of piekermomenten door alles wat je meemaakt?
Nee, ik slaap heel goed. Dat is misschien een van de belangrijkste eigenschappen die je moet hebben in dit werk. Ik lig er niet van wakker en ik heb nooit last van nachtmerries. Ik slaap wel heel diep, en dat is voor mij een belangrijk moment om dingen te verwerken.
Als ik met zorgen zit of iets moeilijk vind, dan is slapen voor mij de beste manier om dat te verwerken. Wakker liggen zou in mijn job een probleem zijn, want dan bouw je geen energie op. Je begint de dag vermoeid en neemt die zorgen gewoon mee. Dat werkt niet. Gelukkig heb ik daar weinig last van.
Hoe laat je alles even los na een intense werkdag?
Op het terrein gebeurt dat vooral met de ploeg: de cameraman en de fixer (dat is iemand lokaal waar we mee samenwerken). ’s Avonds, na een lange werkdag, is er altijd een soort ontlading. Je probeert te ventileren, vaak met onnozele grappen. Er wordt veel gelachen om stoom af te laten. Dat is de belangrijkste manier om de harde realiteit even te lossen en alles te kunnen relativeren.
En eens ik thuis ben, valt alles eigenlijk vanzelf op zijn plaats. Het gewone leven doet deugd: kinderen die naar hun hobby’s moeten, de tuin die aandacht vraagt, eten dat gemaakt moet worden. Al die dagdagelijkse dingen die op mij wachten, daar haal ik mijn rust en mijn evenwicht uit. Zonder dat thuisritme zou het veel moeilijker zijn om alles op de juiste plek te houden. Ik zeg vaak: ik neem de oorlog nooit mee naar huis, en ik neem thuis ook niet mee naar de oorlog.
Heb je dat moeten leren?
Dat is iets wat je gaandeweg leert. Ik heb er zelf nooit veel last van gehad, maar ik heb wel met mensen gewerkt voor wie dat moeilijker was. Zij moesten echt leren om die twee werelden gescheiden te houden. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat je het contact met het thuisfront moet beperken. Daarmee bedoel ik niet dat je één keer per dag even belt met vrouw en kinderen, maar wel dat je niet voortduren aan de lijn moet hangen met vrienden, collega's of familie die niet in die situatie zitten. Hoe meer je daarmee bezig bent, hoe meer het je afleidt. En dat is niet gezond. Je moet het beperken tot de essentie, en dat moet je echt leren.
Omgekeerd geldt hetzelfde wanneer je thuiskomt. Het is niet vanzelfsprekend om alles te vertellen over wat je hebt meegemaakt. Dat moet je doseren en leren inschatten.
Uiteindelijk komt het erop neer dat de mensen met wie je op het terrein werkt, degenen zijn bij wie je het meest vrijuit kan praten. Het is echt een kwestie van balans vinden tussen die twee realiteiten.
Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?
Goh, werkdagen … Die variëren nogal. Ik heb twee soorten dagen. De meer gewone, rustige dagen breng ik door op de redactie in Antwerpen, waar ik werk met binnenkomend materiaal. Persagentschappen sturen beelden door vanuit alle hoeken van de wereld, en daarmee ga ik dan aan de slag.
Heel anders zijn de dagen waarop ik zelf op het terrein ben. Dat kan eender waar ter wereld zijn. De laatste jaren was dat vooral in Israël, Syrië en Oekraïne, maar het kan evengoed Afrika zijn of binnenkort misschien Venezuela of Colombia, als de Amerikanen daar zouden beginnen te bombarderen. Dat zijn de onvoorspelbare werkdagen: dan weet ik vooraf nooit waar of wanneer ik ergens naartoe moet.
Mijn job is dus altijd een mix tussen de rustige redactiedagen en de onvoorspelbare dagen op het terrein.
Ervaar je soms ook geluk tijdens je werk?
Het bijzondere aan werken als oorlogsjournalist is dat je voortdurend geconfronteerd wordt met enorm veel ellende, kommer en kwel. Maar op een vreemde manier leer je ook het mooiste van mensen kennen. In dat soort situaties komt het beste in mensen naar boven. Het is heel mooi en ontroerend om te zien hoe sterk en veerkrachtig mensen kunnen zijn als het er echt toe doet.
In zulke momenten wordt alles teruggebracht tot de essentie. Dan besef je hoe ongelooflijk krachtig mensen zijn. En dan merk je dat mensen ongelooflijk sterk zijn. En dat relativeert tegelijkertijd ook heel veel van de dingen waar wij de neiging bij hebben om hier in Vlaanderen, in België, ons vaak heel druk over te maken. Wij leven in een al bij al klein wereldje, dat gedomineerd wordt door relatief kleine bezorgdheden in vergelijking met de dingen waar mensen elders in oorlogsgebieden mee geconfronteerd worden. Dat geeft mij, hoe vreemd dat misschien klinkt, ook energie. Ik spiegel mij vaak aan mensen die ik daar tegenkom. Dus dat is misschien de grootste en belangrijkste les die ik zelf trek uit het werken in dat soort van omstandigheden.
UiT-tip
Lezing van Robin Ramaekers
Naar aanleiding van zijn nieuwe boek ‘Front’ blikt Robin Ramaekers terug op meer dan 20 jaar verslaggeving vanuit oorlogsgebied. Hij vertelt niet enkel over de grote gebeurtenissen, maar vooral over de mensen achter het nieuws. Ook zijn persoonlijke zoektocht, de dilemma’s van het vak en de dunne grens tussen betrokkenheid en afstand komen aan bod.
Vrijdag 09/01 – 20.00u
Gemeentehuis
€ 15
Tickets zijn online te koop of via de balie van Visit De Panne
Welke kijk heb jij op de wereld?
Ondanks alles wat ik zie en meemaak, heb ik een vrij positief wereldbeeld. Die kracht komt in de eerste plaats uit de ervaringen zelf. En ik hoop dat wanneer ik verhalen vertel over wat ik daar tegenkom, mensen dat ook een beetje meenemen. Dat is iets wat ik zowel in mijn boek als in mijn lezingen heel belangrijk vind.
Waar vind jij rust of geluk in het dagelijkse leven?
Ik heb een oude stalen motorboot die in Oostende ligt en waar ik zo vaak mogelijk mee ga varen. Ik heb er ook veel werk aan: constant schuren en verven tegen de roest. Het is een hobby waar ik heel veel energie in steek, maar ook heel veel energie uit haal. Het is iets heel manueel en bevrijdend. Een manier om mijn gedachten volledig op nul te zetten. Gewoon bezig zijn met schuren en schilderen aan een boot die door weersomstandigheden en zout water voortdurend wordt aangevreten. Rusty, zo heet hij, is intussen al hoogbejaard, maar ik haal er enorm veel plezier uit om hem drijvende te houden. Dat is een van de manieren waarop ik mijn hoofd leegmaak.
En ik ga ook graag lopen. Dat geeft ruimte en zuurstof. Er zijn meer dan genoeg manieren om mijn gedachten te ordenen en tot rust te komen. Fysiek bezig zijn maakt het gewoon makkelijker om alles wat in je hoofd blijft malen, los te laten.
Ben je al eens in De Panne geweest?
Ja, ik ben al in De Panne geweest. Ik kom wel vaker aan de Belgische kust. In Oostende, omdat mijn boot daar ligt. In Middelkerke, omdat mijn grootouders daar vroeger een appartement hadden. En in Nieuwpoort, omdat ik daar ook wel eens met de boot kom. De Panne is zo’ plek waar ik wel eens voorbijkom, maar ik heb er geen persoonlijke voorgeschiedenis mee.
De Panne heeft nochtans ook een belangrijke frontgeschiedenis die teruggaat tot de Eerste Wereldoorlog?
Ik ben niet vertrouwd met de oorlogsgeschiedenis van de Panne, maar zou er wel graag meer over weten …
Dat kan zeker geregeld worden.
Stel dat één van je dochters oorlogsjournalist wil worden. Laat je haar gaan? Welk advies geef je haar mee?
Ik zou mijn dochters altijd laten doen wat ze zelf willen, zolang ze het echt willen. Er moet overtuiging achter zitten, want oorlogsjournalist worden is geen bevlieging. Daar moet je goed over nadenken. Ik heb er zelf ook jaren over gedaan, door veel toeval en spontane evoluties.
Mocht één van mijn dochters zeggen dat ze dat wil doen, wat voor alle duidelijkheid helemaal niet het geval is, dan zou ik haar niet tegenhouden. Of ik het zou stimuleren, is iets anders. Ik stimuleer hen in alles wat ze met overtuiging willen doen, maar ik ga hen zeker niet tegenhouden. Ze moeten vooral hun eigen weg kiezen.
Op 9 januari kom je je verhaal vertellen in De Panne. Wat mogen de mensen verwachten?
Het zal een heel breedgaand verhaal zijn, dat meer dan twintig jaar terug in de tijd gaat. Beginnend bij het begin voor mij als journalist. De eerste week dat ik op de redactie van de VRT, van het journaal, werkte. De week van 11 september, wat echt wel een kantelpunt geweest is voor de wereldgeschiedenis. Het heeft ons echt wel bepaald tot de dag van vandaag. En daar is het dus ook voor mij begonnen.
Ik neem de mensen mee in dat verhaal. Tegelijkertijd vertel ik mijn verhaal als journalist en het verhaal van de wereld die evolueert en kantelt en blijft kantelen. Met de conflicten waar we vandaag mee geconfronteerd worden in Israël, Gaza, Oekraïne ... Allemaal verhalen die eigenlijk de afgelopen jaren, de afgelopen decennia, al aanwezig waren. Maar waar we telkens opnieuw mee geconfronteerd worden.
Je hebt ook een boek geschreven. Waarover gaat het?
Het boek heet ‘Front’, en is op papier het verhaal dat ik ook in mijn lezingen probeer te vertellen. Alleen, een boek is een voltooid gegeven dat op een bepaald moment ook stopt, noodgedwongen. Ik kan dat boek niet blijven aanpassen met alles wat er maar blijft gebeuren, terwijl ik in lezing natuurlijk wel de actualiteit van vandaag kan meepakken. Dus dat is het grote verschil, tussen het boek en de lezing.
Waarom wou je een boek schrijven?
(Lacht.) Dat had ik nog niet gedaan. Dus toen een uitgeverij me vroeg of ik dat wou doen, ben ik beginnen nadenken over hoe ik het zou aanpakken. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik best een boek schreef dat allesomvattend was: mijn eigen verhaal in de journalistiek én het bredere verhaal van de wereld die steeds blijft draaien en kantelen. Dat was het idee achter ‘Front’, en daarmee ben ik dan aan de slag gegaan.
Waarom moet iedereen naar je lezing komen?
Een van de dingen die ik vaak vertel in mijn lezingen, is dat muren een heel belangrijke rol spelen in oorlogen en conflicten. Ik word voortdurend geconfronteerd met muren: muren waar je letterlijk tegenaan kan botsen, muren die mensen van elkaar scheiden, muren die dingen aan het zicht onttrekken. En als er één iets is dat ik als oorlogsjournalist probeer te doen, is het over die muren heen kijken, in beide richtingen. Dat is de essentie van mijn werk. En dat is ook wat ik aan mensen wil meegeven. Blijf kijken, zelfs als er een muur staat. Blijf proberen om over die muur heen te kijken, fysiek of denkbeeldig. Zolang we blijven praten, blijven luisteren en elkaar blijven aankijken, desnoods over een muur heen, komt het goed. Als we dat niet meer willen of kunnen, dan loopt het fout. Dat is misschien wel de kernboodschap. En daarmee heb ik nu eigenlijk verklapt waar het in essentie over gaat.
Maar ik kom niet alleen om een uur lang te praten. Ik vind het stuk waarin de mensen vragen kunnen stellen, minstens even belangrijk. Na de lezing neem ik altijd ruim de tijd om iedereen de kans te geven om alle mogelijke en onmogelijke vragen te stellen, waar ik dan probeer op te antwoorden. Dat vind ik zelf persoonlijk altijd het interessantste stuk van de avond.
Voor Robin Ramaekers zijn muren een symbool voor alles wat mensen van elkaar scheidt: afstand, angst, misverstanden en vijandigheid. In oorlogen duiken die muren overal op, letterlijk en figuurlijk. Zijn werk als oorlogsjournalist bestaat erin om te laten zien wat er achter die muren gebeurt, aan beide kanten.
Zijn belangrijkste boodschap is helder: sluit jezelf niet op in je eigen kant. Blijf nieuwsgierig, blijf kijken en blijf praten, zelfs wanneer er een muur tussen mensen staat. Blijf proberen te begrijpen wat er aan de andere kant gebeurt, alleen zo kom je verder.
Wandelen tussen verhalen en geschiedenis
Met de nieuwe PodWalk ‘Dwars door De Panne’ laat Arnout Hauben je de duinen en straten van De Panne op een heel andere manier beleven. Hij deelt zijn liefde voor verhalen, wandelen én picknicken.Geheime agenten gezocht
Stap in een spannend avontuur met Cars2Die4, een meeslepende en gratis belevingstocht die je niet mag missen!Zomerbeats en familievibes op Waves Festival
Geniet op 12 en 13 juli van twee dagen muziek, sfeer en plezier tijdens de 4de editie van familiefestival Waves.Een zomer vol muziek 2025
Zomer in De Panne, dat is meer dan zon en zee. Het is ook muziek, live en in openlucht, op verschillende plekken in onze kustgemeente.De speelplein- en tienerwerking al ontdekt?
Elke vakantie staat team Groeien klaar om de kinderen en jongeren van De Panne een onvergetelijke vakantie te geven. Samen met ervaren monitoren organiseren ze een speelpleinwerking én tienerwerking met tal van leuke uitstappen en activiteiten.Boulevard Plezier brengt buurten bij elkaar
Met de feestpakketten van Boulevard Plezier geeft het lokaal bestuur jou en je buren de mogelijkheid om op een eenvoudige manier een buurtfeest te organiseren. Zeker doen!Winter in De Panne, altijd een goed idee!
Ben je op zoek naar een leuke en originele manier om van de kerstperiode te genieten? Van 14 december t.e.m. 5 januari kun je in het Kerstdorp op de Markt terecht voor het ultieme wintergevoel.Een culinaire ontdekkingstocht
Van 1 tot en met 10 november kan iedereen in Vlaanderen opnieuw culinair genieten tijdens de Week van de Smaak. Met het thema ‘halfhalf’ wordt er gezocht naar de ideale balans tussen plantaardige en dierlijke maaltijden. Ga je mee op ontdekkingstocht?Halloween tovert de Vijvers Markey om tot mysterieze plek
Klaar om te sidderen en te beven? Op Halloween toveren we de Vijvers Markey om tot een mysterieuze en betoverende plek vol verrassingen. Voor grote durvers en kleine spookjes …Beleving staat centraal tijdens Fietsfestival
De Panne Beach Endurance staat al 27 jaar lang garant voor spanning en sensatie op het winterse strand van De Panne. En dat zal ook dit jaar niet anders zijn. Wat wel anders is, is dat de focus een weekend lang op mountainbiken ligt.
Deel op