Kapel Missionarissen Oblaten

Verscholen tussen de flatgebouwen vind je de 'Paterskerk' van De Panne. Ooit lag deze kapel te midden van de duinen. Ze werd gebouwd in 1906 ten behoeve van de vakantiegangers en heeft een grote geschiedkundige waarde voor De Panne.

Fotogalerij

Historiek

De kapel met klooster, ook wel ‘’t Paterskerkje’ genoemd werd in 1906-1908 gebouwd door aannemer Remi Follet in opdracht van de Missionarissen Oblaten, die zich in 1906 onder impuls van Alice de Aguilar, de vrouw van Ernest d’Arripe, in De Panne vestigden. Aanvankelijk namen de paters hun intrek in een vroegere herberg, gelegen aan de huidige Leopold I-Esplanade. Tijdens de Eerste Wereldoorlog woonden koning Albert I en zijn familie hier de missen bij, waaraan de kapel zijn naam ‘Koninklijke Kapel’ te danken heeft. Een gedenkplaat herinnert aan dit feit.

Architectuur

Eerst werd de neogotische kapel opgetrokken en daarna het klooster. Het gebouw bestaat uit een bakstenen neogotisch zaalkerkje met acht traveeën onder een zadeldak, steunberen en een ingangsportaal. Boven de toegangsdeur bevindt zich een timpaan met de afbeelding van de Belgische kroon. In 1913 werd aan het bestaande gebouw een koor toegevoegd. Rond 1925 werd er naast de kapel een Lourdesgrot gebouwd.

Interieur

Oorspronkelijk was het kerkinterieur gepolychromeerd en rijk gestoffeerd met neogotisch meubilair. Door de beperkte breedte van de beuk en haar gotische karakter krijgen we binnenin een sterke indruk van lengte en hoogte.
In 1931 werden in de kapel glas-in-lood-vensters geïnstalleerd met de patroonheiligen van het koningshuis, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deze zwaar beschadigd en niet meer vervangen.